Dit jaar zijn er Vlaamse verkiezingen en komt er een nieuwe minister van Onderwijs. Wij, de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK), bevragen daarom de scholieren over wat zij willen in het onderwijs van de toekomst. We brengen ook een aantal bezoeken aan scholen die breken met de traditionele manier van lesgeven. Zo was ook het Ensorinstituut in Oostende aan de beurt. Zij zetten in op het gebruik van moderne technologie in de klas en bouwden een speciaal leslokaal voor de 1B-klas.
In het Ensorinstituut in Oostende denken ze heel hard na over de digitale hulpmiddelen die ze gebruiken in de klas. Wanneer leerlingen zich inschrijven in de hogere jaren van de afdelingen kunst, graphic design, podiumtechnieken, handel, informatica of toerisme weten ze dat ze een laptop nodig zullen hebben.
Elke leerling heeft dus z’n eigen computer, iets waar veel van de 5.000 scholieren die we hoorden voor ons memorandum jaloers op zouden zijn. “Het is een gigantisch voordeel om niet met een volle rugzak te moeten rondlopen, maar om genoeg te hebben aan een laptoptas. We werken met digitale boeken, en dus moet mijn rug minder dragen dan vroeger,” zeggen de leerlingen enthousiast
We vragen hen of ze weet hebben van leerlingen die afgeschrikt werden door het verplicht moeten aankopen van een nieuwe computer. “Ik ken zo niemand,” zeggen ze, maar algauw komen er toch anekdotes naar boven. “Iemand had net voor de zomervakantie een computer gekocht met haar spaargeld, maar dat is niet het toestel dat de school gebruikt, dus moest ze toch nog een nieuwe laptop kopen voor het schooljaar begon.” Een probleem dat de school aanpakt door al heel tijdig over de digitale werkwijze te communiceren. Volgend jaar wil de school het ook mogelijk maken dat leerlingen een eigen pc gebruiken.
“De school gaat naar de toekomst toe kijken of er geen verschillende toestellen per richting aangeboden kunnen worden,” zegt één van de leerlingen. “Ik volg design, waardoor ik veel zware programma’s nodig heb en dan zou een sterker toestel zeker nuttig zijn. Dat is niet voor elke richting nodig, want dat zou teveel kosten.”
We willen natuurlijk ook graag weten of er nadelen aan het systeem verbonden zijn, nu we een school bezoeken die er intensief gebruik van maakt. “Sommige lessen zijn echt wel saai, waardoor we al wel eens YouTube kijken in plaats van op te letten,” geeft een dappere deelnemer toe. “Niet elke leerkracht kan even goed met het digitale systeem om, wat soms toch wel toch grappige situaties leidt,” zegt een andere in de gang wanneer we een rondleiding krijgen door de school.
Leerlingen voor leerlingen
De rondleiding brengt ons bij de “KaDee-klas”, een bijzonder lokaal dat de school heeft ingericht op maat van de jonge leerlingen in de b-stroom . De muur werd tussen enkele klaslokalen uitgebroken om één groot geheel te vormen. We zien enkele hoge staantafels met krukken, een open boekenkast, een toffe zithoek en een glazen lokaal waar enkele leerlingen instructie krijgen. De twee leerkrachten en een twintigtal leerlingen die in de klas co-teaching doen letten niet op ons en werken rustig verder. “Deze klas werd vorig jaar door ons in 5 Architectuur ontworpen,” vertelt een trotse leerling. Even later haalt hij de maquette boven die ze het jaar voordien bouwden.
We krijgen ook nog enkele moderne klasruimtes te zien, waaronder een open leercentrum en een economisch lokaal , telkens ingericht met computers en zitplaatsen. We lijken ons meer in een moderne bibliotheek dan in een klassieke school te bevinden. De leerlingen geven aan dat ze die minder traditionele sfeer heel hard appreciëren, vooral zij die eerder op een andere school zaten.
“Scholen moeten mee zijn met de tijd”, vragen scholieren in ons Memorandum dat op woensdag 24 april voorstellen aan politici en beleidsmakers. Het was alvast heel interessant om een school te bezoeken die hier hard mee bezig is en om van de scholieren zelf te horen wat ze goed en slecht vinden aan dit systeem.